Tekst en foto’s: Indebuurt Deventer
Wat als je helemaal gek bent op honden, maar zelf liever geen hond meer in huis neemt? Dan kies je een logeetje. Hond Jules houdt hondenvriendin Myriam wekelijks gezelschap en vice versa. “Hij is een echte knuffelbeer.”
“Eigenlijk was ik altijd bang voor honden”, vertelt Myriam Jansen (72). “Als kind ben ik aangevallen door een grote herdershond, sindsdien ga ik daar liever met een grote boog omheen.” Toch zit Myriam deze dinsdagochtend met een enorme pluizenbol naast haar op de bank. Het is Labradoodle Jules, die iedere dinsdagochtend vanaf de Worp naar Myriam op de Vijfhoek wordt gebracht. Ze is eens in de week zijn oppas via Stichting Oopoeh (Opa’s en Oma’s Passen Op Een Hond). “Dat doen we nu zo’n 1,5 jaar.”
“Een hond voelt haarfijn aan het hoe het met je gesteld is.”
Het was enkele jaren nadat haar hondje Snoopy overleed. “Ondanks dat ik vroeger doodsbang was voor honden, besloot mijn moeder een hondje aan te schaffen. Ik ben van die hond gaan houden. Had mijn moeder geen tijd? Dat bracht ze de hond bij mij. Daar ontstond mijn liefde voor honden.
“We moesten hem laten inslapen, wat had ik daar verdriet van.”
Die liefde was zo sterk, dat ze later ook zelf een hondje aanschafte. “Dat was Snoopy.” Myriam wijst naar een portret aan de muur. “We hadden hem van pup af aan en hij is maar liefst veertien jaar oud geworden. Helaas moesten we hem in 2014 in laten slapen, wat heb ik daar een verdriet van gehad.” Myriam heeft veel steun gehad aan de hond. “Hij heeft zoveel voor me betekend. Ik heb best wat meegemaakt en een hond voelt haarfijn aan hoe het met je gesteld is.”
“Ik zou het vreselijk vinden als een nieuwe hond mij overleeft.”
Met het wegvallen van haar zo geliefde Snoopy sloeg de twijfel toe. “Moet ik nu weer een nieuwe hond aanschaffen? Ik weet dat ik nog wel een aantal jaren meega, maar ik zou het vreselijk vinden als de hond mij overleeft”, zegt Myriam. “Daarnaast beperkt het me toch in mijn vrijheid, ik doe veel vrijwilligerswerk buiten de deur. Ook moet je met een hond naar buiten, ook ’s avonds en met slecht weer.” Ze bespreekt het dilemma met haar zoon en dochter. “We kwamen tot de conclusie dat de aanschaf van een nieuwe hond geen handige stap was.”
“Het idee van een eigen hond bleef in mijn hoofd zitten.”
Toch bleef de behoefte aan het gezelschapsdier groot. “Het bleef in mijn hoofd zitten. Met name Labradoodles vond ik geweldig. Bij iedere Labradoodle begon ik te kwijlen”, lacht Myriam. “Ik zag ze ook ineens overal.” Gelukkig was de oplossing dichterbij dan ze dacht. “In een blad zag ik de advertentie van Oopoeh, die honden koppelt aan oppas-ouderen. Dat is het, dacht ik!”
“Het is zo’n lieve schat, ik praat de hele dag tegen hem.”
Na haar aanmelding kwam ze in contact met de baasjes van Jules. “En wat bleek? Het was een Labradoodle!”, zegt Myriam vol enthousiasme. Al gauw was daar de eerste ontmoeting. “Hij sprong op me af en knuffelde me. Dat doet hij nog steeds, we zijn dikke maatjes”, lacht Myriam. “Het is zo’n lieve schat, ik praat de hele dag tegen hem. Ook stuur ik foto’s en filmpjes naar zijn baasjes wanneer hij hier is.” De oopoeh raakt niet uitgepraat over haar logeetje. “Als ik een boek lees, wil hij eigenlijk ook op schoot. Dan krijg ik eerst een kop op schoot en daarna twee poten. Hij wil de hele dag aandacht, ook Snoopy was zo knuffelig.”
“De eerste dag had hij de deurstopper in zijn bek.”
Toch mag Jules niet alles bij Myriam thuis. “Bij de eerste oppasdag had hij meteen mijn deurstopper in zijn bek, die heeft de vorm van een egel. Ik haal het maar weg wanneer hij komt, net als die beer in de hoek”, wijst ze. Of ze het andere ouderen uit Deventer zou aanraden? “Zeker weten. Je hebt wel de lusten, maar niet de lasten.”