Bea: “We zijn lid van de wandelclub en in het weekend maken we graag lange wandeltochten. We namen onze hond Toos altijd mee maar op een gegeven moment kreeg ze hartklachten. De dierenarts heeft haar onderzocht en Toos mocht absoluut niet meer mee op pad. Elke inspanning was teveel voor haar dus een pension met andere honden was ook geen optie. ‘Wat doen we nu?’ zeiden mijn man en ik tegen elkaar.
Via stichting OOPOEH gingen we op zoek naar een geschikte oppas voor Toos. We wisten dat het niet makkelijk zou worden want Toos is een hond met gebruiksaanwijzing. Ze slikt medicijnen, heeft verlatingsangst en mag maar heel kleine stukjes wandelen. En juist dat laatste vinden veel mensen leuk.
We kwamen in contact met Elke, ze had ervaring met honden en is zelf minder goed ter been. Haar scootmobiel brengt haar echter overal. We hoopten dat Toos bij Elke op haar plek zou zijn en dat Elke zou genieten van Toos’ gezelschap. Elke moest wel even wennen aan Toos, maar het gaat nu heel erg goed. Toos loopt goed mee naast de scootmobiel en bij langere stukken mag ze meerijden. In het begin zei Elke vaak ‘ja’ als we haar vroegen om op te passen, ook als het slecht weer was en ze er eigenlijk tegenop zag om naar buiten te gaan. We hebben duidelijk aangegeven dat wandelen een hobby van ons is en dat ze gewoon ‘nee’ mag zeggen als het haar niet uitkomt. Dat doet ze nu ook. Elke past al bijna een jaar op Toos en ze voegt echt waarde toe aan ons leven. We zijn erg blij met haar!”
‘Toos vindt dat de scootmobiel van haar is’
Elke: “Toen ik 53 was overleed mijn man en vier weken later had ik een pup in huis. Die hond heb ik 15 jaar gehad. Toen hij oud was en ik afscheid van hem had genomen vond ik het onverantwoord om aan een nieuwe huisdier te beginnen. Mijn gezondheid ging achteruit en ik zou het verschrikkelijk vinden als ik een huisdier na een jaar weg zou moeten doen omdat ik er niet meer voor kon zorgen.
Via mijn fysiotherapeut kwam ik in contact met stichting OOPOEH. Ik heb eerst twee jaar op een andere hond gepast. Haar baasjes gingen helaas verhuizen en zo kwam Toos in mijn leven. In het begin moest ik wel even wennen want Toos kan niet goed alleen thuis blijven, dan blaft ze de hele boel bij elkaar. Nu ik dat weet, plan ik mijn dagen anders in en zorg ik dat ik niet meer weg hoef als Toos er is.
Ik kijk uit naar de zaterdagen als Toos komt. Meestal wordt ze tussen 8 en 9 gebracht en aan het einde van de middag weer opgehaald. Als ik met mijn scootmobiel naar de weilanden rijd, mag Toos op de trede bij mijn voeten zitten. Laatst wilde een andere hond ook even bij me komen zitten, maar dat ging niet door. Toos vindt dat de scootmobiel van haar is en dat liet ze duidelijk merken.”