Als meisje Muis een mens was geweest, was ze journalist geworden. Onderzoeksjournalist. Niets ontgaat haar. Tini, haar Oopoeh, heeft de allerbeste plek voor het hondje. Een huis aan een drukke winkelstraat. Met een vensterbank. En op die vensterbank kijkt Muis. Haar kopje gaat dan telkens heen en weer. Ze heeft een mooi snuitje met grote ogen. Zwart, dezelfde kleur en bijna dezelfde afmeting als haar neus. Haar lange zwarte gevlekte oren zwabberen er vrolijk omheen. Voor de rest is ze ongeveer wit. Met rommelige uitgerekte krulletjes. Zoals een hoogbejaarde vrouw met een behoorlijk uitgewerkt permanentje.
Tini schuift dan de plantjes voor haar opzij. Op die vensterbank. Niets ontgaat haar. Haar koppie volgt de stappen van de mensen. Kijkt even omhoog naar een meeuw. Signaleert de tram. Of een hond, maar die is niet zo belangrijk. Ze houdt van mensen. Van Tini. Al anderhalf jaar.
Minstens driemaal daags loopt Tini met haar naar buiten. En Muis bepaalt de route. In alle vriendelijkheid. Ze houdt niet van lopen in rechte lijnen. Meer kris kras. Ze neemt haar route, zeg maar, regelmatig in de breedte, van links naar rechts. Bij elk punt speurt naar de beste informatie. Haar neus maakt overuren. Ze snuffelt, herkent, merkt op, gaat nog eens terug naar een eerdere plek. Om verder te speuren. Van grote tevredenheid kan ze zomaar haar grote roze tong een rondje laten draaien om haar koppie en kijkt Tini dan vrolijk aan. Behalve als het regent. Daar houdt ze niet van.
Ze is geboren voor de zon. Tjonge, dan wil ze wel de hele dag naar buiten. Bij het minste sein om uit te gaan, wordt ze ongeduldig. Draait rondjes om Tini heen en haar staart danst van plezier. Omdat Muis klein is en Tini niet meer zo buigzaam op haar drieëntachtigste leeftijd, hebben ze samen een truc bedacht. Muis springt op een hoge stoel, zo hoeft Tini niet te bukken om haar aan te lijnen. Zodra de riem vastzit, spurten ze samen naar buiten. Goed systeem.
Tini is, net als Muis, graag in beweging. Ze is altijd actief geweest met administraties voor verschillende verenigingen. Ze is tweemaal weduwe geworden. Ze heeft altijd honden of katten in huis gehad en daar ook afscheid van moeten nemen, evenals het onbeschrijfelijke afscheid van een kind. Nee, daar legt ze zich niet bij neer. Ze is het type dat dan diep adem haalt en doorgaat.
Als Lindsey, de baas van Muis, Tini en Muis met zijn drieën naar het strand gaan is het driemaal feest. Samen lopen, beetje kletsen en vooral kijken naar dat kleine witte monstertje. Haar rommelige krulletjes waaien dan alle kanten op. Muis zelf ook. Haar route is dan nog breder geworden. Links en rechts zijn dan wel heel ver uit elkaar. Bestaan eigenlijk niet meer. Gek beest. De zee betreedt ze alleen met haar teentjes in tegenstelling tot het badje in de tuin, als de zon zo heerlijk schijnt. Dan gaat ze helemaal in het water.
Hoi Muis, hoi meisje Muis. Kijk, kroel en kuier. De wereld is mooier geworden door jou.